Het zelf organiseren van werk door de teams gaat bij sommige teams fantastisch, terwijl andere teams niet weten waar ze moeten beginnen. En nog niet begonnen zijn. Er ligt veel op het bordje van teams. Dat is een feit. Taakverdeling, samenwerken, prioritering, besluitvorming, feedback geven, eigenaarschap, communicatie… de waslijst van wat teams moeten doen, is schier oneindig. Het zelf organiseren maakte niet voor niets deel uit van de focuspunten van het kwaliteitsrapport 2017. En dus is er stevig op ingezet afgelopen jaar. Ondanks dat niet overal het tromgeschal klinkt, wordt overal in de teamreflecties het gebruikmaken van elkaars talenten en kwaliteiten als positief punt genoemd. Die noteren we dan ook met liefde.
Als we inzoomen op de oorzaken van het minder goed zelf kunnen organiseren, komt de krapte op de arbeidsmarkt ook hier om de hoek kijken. De teams zijn soms niet in balans. Weinig vaste medewerkers, veel uitzendkrachten. En dan kan het zo gebeuren dat een klein groepje vaste medewerkers verantwoordelijk is voor veel. Het team heeft niet genoeg vaste krachten die kunnen zorgen voor voldoende spreiding van kennis en kunde. Degene die nog een beetje draagkracht over heeft neemt nóg een taak op zich, nieuwe medewerkers raken niet vertrouwd met de gang van zaken, waardoor de scheve taakverdeling versterkt wordt. Bijkomstigheid van dit is dat de focus bij de vaste medewerkers door de administratieve last ook vaak onbewust afdwaalt van het primaire proces. Zij hebben meer tijd nodig voor randzaken dan voor zorg aan cliënten. Dat voelt niet goed voor de begeleiders, maar men is zich hier terdege van bewust.
Lees meer
Punt van aandacht, genoemd in de reflecties, is dat de zelforganisatie niet overal goed en genoeg wordt ondersteund door facilitaire diensten. ‘Zet maar op papier, haal een handtekening en we kunnen verder’ is wel eens gehoord. Tel daarbij op dat soms ook het digitale netwerk hapert en dan snap je dat je er wel even klaar mee bent. Aldus een medewerker.